Schrijven. Zeggen dat het je vak is, is altijd gevaarlijk. Iedereen in Nederland heeft immers leren schrijven en schrijft regelmatig zelf teksten. Of dat nu romantische verhalen op de huiscomputer of e-mails naar collega’s zijn: de schrijver ervan kan schrijven. Toch valt het schrijven van een goede tekst vaak tegen. Want wat in je hoofd een heel logisch en overzichtelijk verhaal is, wordt op papier al snel een wirwar van argumenten, achteraf gezien vreemd geplaatste anekdotes en een bovengemiddelde hoeveelheid bijvoeglijke naamwoorden. En bijzinnen. Met veel komma’s, of te veel punten. Het is niet snel goed.
“Nu het er zo staat denk ik toch dat ik iets anders bedoel.”
Angst voor het witte vlak
Alle begin is moeilijk, maar beginnen met een nieuwe tekst is vast en zeker het moeilijkst. Wanhopig staar je naar het witte vlak, waarop het streepje van de cursor uitdagend blijft knipperen. Aan, uit. Aan, uit. Als het tikken van een veel te luide klok. Waar ben je in hemelsnaam aan begonnen? Het lijkt wel alsof dat wat je wilt zeggen een stuk ‘echter’ wordt, zodra je het probeert op te schrijven. Of juist weg fladdert wanneer je het probeert te vangen in woorden. Je verhalen en ideeën zijn leuk, maar nu moet het concreet op papier, zodat anderen het kunnen volgen en gaan begrijpen wat je wilt zeggen. Wat wil je eigenlijk zeggen?
Schrijven wat je wilt zeggen
En dan zijn er die zeldzame momenten waarop je er juist helemaal in zit. Je vingers schieten zo snel over het toetsenbord dat ze een waas vormen en voor je het weet, heb je een half boek op papier gezet. Apetrots laat je je mail, blog, webtekst of artikel lezen aan een collega of uitverkoren familielid. Met schitterende oogjes staar je je lezer aan terwijl je verwachtingsvol probeert af te leiden welk stuk ze leest. Maar, wacht… Wenkbrauwen schieten langzaam naar elkaar toe. Oh nee. Er wordt terug naar boven gescrold, ogen schieten opnieuw langs de zinnen die je zo meesterlijk in elkaar hebt gedraaid. Je lezer ademt diep in en keert zich tot jou: “Leuk, leuk. Maar ik snap niet precies wat je hiermee bedoelt…”, en leest een stuk voor dat opeens een stuk minder flitsend klinkt dan toen je het net bedacht. Opschrijven wat je wilt zeggen is één ding. Maar schrijven wat je bedoelt, dat is heel iets anders. Of kom ik nu niet helder over?
Het mag best even duren om tot de beste versie van je tekst te komen.
Het eeuwige vastleggen
Een van de grote enge kanten van schrijven is het definitieve gevoel dat je erbij krijgt. Daar staat het dan, zwart op wit. Onzekerheid ligt altijd op de loer; wat nou als het niet blijkt te kloppen, wat nou als het niet begrijpelijk of laagdrempelig genoeg is… Of wat als het te eenvoudig is? Te veel Jip-en-Janneke in je tekst? Adviezen zoals ‘schrijf verzorgde spreektaal, dan zit je altijd goed’ zijn snel gegeven, maar niet altijd even makkelijk uitgevoerd. Gelukkig staan teksten tegenwoordig niet meer in steen gebeiteld; dat geeft vrijheid. Teksten kunnen aangepast worden. Tijdens het schrijfproces kun je de boel altijd nog grondig overhoop gooien. En als je een online tekst schrijft, kun je daar zelfs na publicatie nog aan peuteren, mocht je dat willen. Al moet je dat niet elke dag gaan doen: je tekst wordt er dan onbetrouwbaar van.
Schrijven is aan de gang blijven
Het mag best even duren om tot de beste versie van een tekst te komen. Het heet immers niet voor niks een schrijfproces. De bedoeling is dat je onderweg onduidelijkheden niet wegstreept maar juist onderzoekt. Het zal je verbazen welke achterliggende boodschappen en invalshoeken achter zo’n onduidelijkheid verborgen liggen! Zelfs al sla je de spijker niet direct op z’n kop; het schrijfproces levert altijd meer kennis en volledigheid op, jaag er daarom niet doorheen, maar ontdek wat je allemaal te vertellen hebt.
Streep onduidelijkheden onderweg niet weg. Onderzoek ze.
Geef woorden aan je verhaal
Het gaat er uiteindelijk om dat je de beste versie van jouw inhoud zo verwoordt dat anderen het begrijpen. Dat mag best even duren. Want je boodschap of verhaal achterhalen, is pas stap één. Stap twee is woorden geven aan dat verhaal. En stap drie is die woorden laten lezen. Dat kan confronterend zijn. Maar het hele schrijfproces leidt er op deze manier wel toe dat je dieper op de inhoud ingaat. En denken vanuit de inhoud is uiteindelijk de enige manier om écht goede teksten te gaan schrijven.